Poetins persoonlijkheid
Poetin en Stalin
Vladimir Vladimirovitsj Poetin heeft veel karaktertrekken en beleidsdaden gemeen met Iosif Vissarionovitsj Stalin, de man die de Sovjet-Unie in een stevige greep hield in de tijd dat Mikhail Boelgakov De meester en Margarita schreef. Net als Stalin vertoont Poetin behoefte aan controle, voelt hij minachting voor de rechten en vrijheden van anderen, is hij bereid om alle middelen te gebruiken die nodig zijn om zijn doelen te bereiken en tegenstanders uit te schakelen, verzint hij scenario's die worden ondersteund door massale propagandamiddelen - dat alles is opvallend gelijkend met de manier waarop Stalin in de jaren '30 zijn macht uitbouwde en consolideerde.
Iosif Vissarionovitsj Stalin
En ook net als Stalin toont Poetin zich graag als een «sterke man». Hij vertoont geen spijt of berouw wanneer hij onethische beslissingen neemt, en bekommert zich niet om de negatieve gevolgen die ze kunnen hebben voor onschuldige mensen. Hij weigert ook verantwoordelijkheid te nemen voor de negatieve gevolgen van zijn beslissingen en geeft doorgaans anderen de schuld als er iets misgaat. Deze houding gaat vaak gepaard met het bekende Calimero-complex waarbij een kleine persoon of partij het gevoel heeft dat hij door zijn omvang ten opzichte van een grotere partij niet serieus wordt genomen.
Stalin, bijvoorbeeld, liet de ceremonie van de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland aan de Geallieerden op 8 mei 1945 nog eens overdoen omdat het originele document was ondertekend in de naar zijn mening te bescheiden Noord-Franse stad Reims, en door de weinig prestigieuze generaal Ivan Aleksejevitsj Soesloparov (1897-1974), een Russische verbindingsofficier die weinig contacten had in het Kremlin en die toevallig in Reims verbleef.
Ivan Aleksejevitsj Soesloparov
Stalin eiste dat de ceremonie in Reims zou worden beschouwd als een «generale repetitie» en dat alles zou worden overgedaan in de meer prestigieuze Duitse hoodstad Berlijn en met de meer roemruchte maarschalk Georgi Konstantinovitsj Zjoekov (1896-1974), de opperbevelhebber van het Rode Leger, als vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie. Daarom wordt in Rusland de Dag van de overwinning nu op 9 mei gevierd, en niet op 8 mei, zoals in de meeste andere landen. En dat werkt vandaag nog door: wie op het internet met de Russische zoekmachines als Yandex foto's zoekt van de ondertekening door Soesloparov krijgt alleen foto's van Zjoekov te zien.
Georgi Konstantinovitsj Zjoekov
Houding tegenover Oekraïne
«Een gezamenlijke vijand verbroedert». Dat is een adagium dat elke autocraat kent en toepast. En vooral wanneer er reeds sinds lange tijd onder de eigen bevolking een aversie bestaat tegenover één welbepaalde groep - vaak gebaseerd op eeuwenoude vooroordelen en stereotiepen -, is het voor een autocraat gemakkelijk om die groep op te voeren als gezamenlijke vijand. Adolf Hitler viseerde de Joden, Recep Tayyip Erdoğan heeft het op de Koerden gemunt, Benjamin Netanyahu roeit de Palestijnen uit... En Poetin heeft van Stalin en van de tsaren geleerd dat de Oekraïeners het best als gezamenlijke vijand van de Russen kunnen dienen.
Het superioriteitsgevoel van de Russische heersers tegenover Oekraïne is immers al eeuwen oud, ongeacht de politieke ideologie waarop die heersers zich beroepen - van de tsaren over de communisten tot de ultra-kapitalistische Poetin. In 1783, bijvoorbeeld, werd de Krim geannexeerd door de toenmalige tsarina Jekaterina II Aleksejevna (1729-1796), beter gekend als Catharina de Grote. Later, na de Tweede Russisch-Turkse oorlog (1787-1792), annexeerde ze het het land in Oekraïne tussen de rivieren Dnjepr en Dnjestr. In de daaropvolgende jaren voerde ze een actief russificatiebeleid. Dit hield in dat het gebruik van en de studie naar de Oekraïense taal verboden was en dat mensen onder druk werden gezet om zich te bekeren tot het Russisch-orthodoxe geloof.
Catharina II de Grote
Stalin decimeerde in 1932-1933 met opzet de Oekraïense bevolking door de beruchte Голодомор [Holodomor] of hongersnood te creëren.Hij wilde absoluut pronken met het behalen van de onredelijke doelstellingen van het Vijfjarenplan 1928-1933, die voor een groot deel moesten gerealiseerd worden door de export van graan. In Oekraïne, dat «de graanschuur van Europa» werd genoemd, was de oogst in 1932 mislukt door het slechte weer en endemische plantenroest, maar toch verhoogde Stalin de verplichte graanleveranties aan de centrale staat en liet hij miljoenen koelakken (zelfstandige boeren) naar Siberië deporteren. Het aantal doden in Oekraïne als gevolg van dit beleid wordt geschat tussen 2,5 en 7,5 miljoen. Stalin bleef echter propaganda voeren met de slogan «Ons geboorteland. Onze overvloedige oogst».
«Ons geboorteland. Onze overvloedige oogst»
Op 12 juli 2021 publiceerde Vladimir Poetin op de presidentiële website zijn essay Об историческом единстве русских и украинцев. [Ob istoritsjeskom jedinstve roesskich i oekraintsev] of Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners in het Russisch, het Oekraïens en het Engels. Het leest als een historische, politieke en veiligheidstechnische basis voor een invasie van het in 1991 onafhankelijk geworden Oekraïne, en kan dus op dat vlak vergeleken worden met Hitlers Mein Kampf. Het was immers een nauwelijks verholen boodschap dat men zich mocht verwachten aan een uiroeiingsoorlog. De belangrijkste stelling die in het essay centraal staat is dat Russen, Oekraïners, en Witrussen samen één volk vormen en tot de zogeheten Panrussische natie behoren. In het essay ontkent Poetin dat Oekraïne als een onafhankelijke staat kan worden gezien. De vorming van een Oekraïense staat ziet hij als een dreiging tegen de Russen. Met andere woorden: Oekraïeners zijn alleen broeders wanneer ze zich onder het Russisch gezag schikken. Wij hebben de tekst van de Engele versie van Poetins essay togevoegd aan onze archieven, samen met een vraag-en-antwoord gesprek dat op 13 juli 2021 werd gepubliceerd op dezelfde website. Klik op de pijl hieronder om het essay en het vraag-en-antwoord gesprek te downloaden.
In 1994 had Rusland zich nog opgeworpen als een garantsteller van de territoriale integriteit van Oekraïne - samen met de Verenigde Staten en het Verenigd Koningrijk - in het zogenoemde Memorandum van Boedapest, nadat Oekraïne zijn kernwapens uit de Sovjetperiode had opgegeven en was toegetreden tot het Non-Proliferatie Verdrag. Maar volgens Poetin was de Russische belofte voor Oekraïense territoriale integriteit niet meer geldig na de «ongrondwettelijke coup» in 2014. Hij beweerde namelijk dat na deze machtsverschuiving een nieuw land was ontstaan, net zoals na de revolutie van 1917 in het Russische Rijk gebeurde. Volgens Poetin had Rusland geen afspraken gemaakt met dit «nieuwe Oekraïne».
Geheel in de stijl van Stalin heeft Poetin reeds verschillende keren in het openbaar geopperd dat «het Oekraïense volk moet vernietigd worden als politieke factor en sociale entiteit». Dat het hem menens is, blijkt uit het feit dat in de grootschalige oorlog in Oekraïne de meeste luchtaanvallen gericht zijn op burgerdoelwitten als flatgebouwen, openbare nutsbedrijven, ziekenhuizen en scholen, en dat Poetin er niet voor terugschrikt om steeds vaker verboden wapens als clusterbommen en een breed scala aan chemische wapens in te zetten - wapens die vooral de burgerbevolking treffen en die bewust gericht zijn op het maken van zoveel mogelijk slachtoffers. Ook het ontvoeren van Oekraïense kinderen om ze na hun «heropvoeding volgens de Russische waarden en normen» te laten «adopteren» door gezinnen in Rusland past in dit kader. Het meest cynische element van dit beleidsonderdeel is het feit dat de uitvoering ervan in handen is van Maria Aleksejevna Lvova-Belova, de Russische Commissaris voor kinderrechten, en Aleksej Aleksandrovitsj Petrov, haar adviseur die de «heropvoeding» organiseert en die meermaals openlijk heeft gepronkt met zijn nazistische sympathieën.
Maria Aleksejevna Lvova-Belova
Aleksej Aleksandrovitsj Petrov
Interventionisten
Onder Stalin werd vaak het begrip «klassevijanden» gebruikt als een steeds weerkerend thema in de communistische propaganda. Maar even vaak werden opposanten beschreven als «interventionisten» of «agenten van buitenlandse, imperialistische machten». In De meester en Margarita hekelde Boelgakov deze gewoonte reeds meteen van bij de aanvang met de titel van het eerste hoofdstuk - Spreek nooit met onbekenden.
Spreek nooit met onbekenden - Patriarchvijver, Moskou
Interventionisme is de term die gebruikt wordt om acties te beschrijven ondernomen door een natie of een andere geopolitieke entiteit om een economie of maatschappij te beïnvloedenen te manipuleren.
Die tactiek werd gretig overgenomen door Poetin die geleidelijk een wetgevend kader creëerde om elke oppositie te bestempelen als een interventie uit het buitenland. Het begon met zijn wet op de «buitenlandse agenten» van 20 juli 2012 die non-gouvernementele organisaties en individuen die buitenlandse financiële steun ontvangen of «onder buitenlandse invloed staan» verplichten om zich bij het ministerie van Justitie te laten registreren als «buitenlandse agenten». Zij moeten deze status vermelden in alle publicaties in de media en op het internet. Vaak helpen fanatieke nationalisten een handje om de publieke opinie in te lichten, zoals onder meer Oleg Petrovitsj Orlov, de voorzitter van het Mensenrechtencentrum Memorial regelmatig mag ondervinden.
Oleg Orlov bj de bekladde gevel van Memorial
Een wetswijziging van einde 2020 verplicht organisaties die al «buitenlandse agent» waren om niet alleen over de leiding van de organisatie te rapporteren, maar ook over elke medewerker. De wet van juli 2022 geeft aan het ministerie van Justitie ook het initiatiefrecht om de status van een organisatie als «buitenlandse agent» vast te stellen. Dat kan zelfs als er geen bewijs is dat iemand buitenlandse financiering ontvangt of wanneer, bijvoorbeeld, Russische schrijvers als Ljoedmila Oelitskaja en Boris Akoenin auteursrechten ontvangen voor de vertalingen van hun werk in het buitenland. In die zin zou Boelgakov die nooit de toestemming voor een buitenlandse reis heeft gekregen, in deze tijd ook een «buitenlandse agent» genoemd worden. Aangezien zijn werken in de Sovjet-Unie voortdurend verboden werden was hij immers vaak op zijn auteursrechten uit het buitenland aangewezen om te overleven.
«Buitenlandse agenten» Akoenin en Oelitskaja
Het label «buitenlandse agent» is zeer stigmatiserend. Voor veel Russen betekent het zoveel als «buitenlandse spion» of «verrader». Van dat frame maken Kremlingezinde media dankbaar gebruik. Een «buitenlandse agent» wordt sterk geremd in de samenleving omdat overheidsinstanties en vertegenwoordigers niet met hen mogen samenwerken. Ze mogen ook geen openbare evenementen organiseren. Ze staan onder een verscherpt toezicht van de autoriteiten. Wanneer ze een interview geven moeten ze zich verplicht introduceren als «buitenlandse agent». Media mogen niets publiceren over «buitenlandse agenten» zonder vermelding van dit label.
Daarnaast bestaat er ook een lijst van «ongewenste organisaties». Zij mogen op het grondgebied van de Russische Federatie niet opereren en niets organiseren. De term «grondgebied» omvat ook de door Rusland bezette gebieden in Oost-Oekraïne en de Krim.
Poetins persoonlijkheid
Wat kunnen we zeggen over Poetins persoonlijkheid? Hoewel we niet in staat zijn om de drijfveren van politieke leiders te diagnostiseren zonder hen te onderwerpen aan wetenschappelijke persoonlijkheidstesten, kunnen we hen wel beoordelen door middel van gedragsobservaties of door getuigenissen die - al dan niet toevallig - gelekt worden. We kunnen ook kijken naar hun toespraken en naar hun beslissingen en de manier waarop die genomen worden, of interviews die ze toegestaan hebben. En we kunnen ook vergelijken met de ontwikkeling van autocratische leiders in de geschiedenis. Daaruit kunnen we leren dat veel van die leiders ernstige karakterstoornissen delen die consistent vergelijkbaar zijn over grenzen en culturen heen. Dit is niet noodzakelijk een slechte aanpak.
Ook biografische gegevens of fysieke kenmerken kunnen bijdragen om het beeld te vervolledigen. Zonder in stereotypes te vervallen kunnen we toch zeggen dat, bijvoorbeeld, kleine mannen vaak extreem ambitieus gedrag vertonen om minderwaardigheidsgevoelens over hun geringe lengte te compenseren, zoals een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam nog aantoonde in 2018.
Het kleine man syndroom
Het kleine man syndroom is een informele term uit de psychologie en is een vorm van minderwaardigheidscomplex. Het wordt vaak - verkeerdelijk - ook Napoleoncomplex genoemd (zie kader hieronder). In 2018 vond een onderzoek van evolutionair psycholoog Mark van Vugt aan de Vrije Universiteit Amsterdam bewijzen voor het syndroom bij mannen. Kleinere mannen gedroegen zich agressiever als ze onderhandelden met grotere mannen. De daaruit volgende theorie gaat ervan uit dat kleine mannen slimme tactieken moeten gebruiken om hun tekort aan lichaamslengte te compenseren.
Mark van Vugt
Kleine mannen aan de macht Toen Iosif Stalin in 1904 uit zijn Siberische ballingschap ontsnapte, werd er een telegram gestuurd naar de Veiligheidsdienst van Irkoetsk met een persoonbeschrijving van de toekomstige leider van het Sovjetvolk, en daarin werd ook zijn lengte vermeld: hij was 38 вершок [versjok] of 169 cm groot. Toen Boris Jeltsin, die zelf 189 cm lang was, een opvolger voor zichzelf wilde aanduiden kon hij kiezen tussen drie lange mannen: Boris Nemtsov (187 cm), Nikolaj Aksenenko (185 cm) en Sergej Stepasjin (183 cm). Maar uiteindelijk besloot Jeltsin om voor de veel kleinere Vladimir Poetin (170 cm) te kiezen. Overigens kon Poetin zelf voor Sergej Ivanov (181 cm) [*] opteren toen hij een interim-opvolger wilde aanduiden in 2008, maar hij koos voor iemand die niet met kop en schouders boven hem uitstak: Dmitri Medvedev was met zijn 166 cm zelfs nog kleiner dan hijzelf. [*] Onder Stalin werden niet alleen woorden, maar ook foto's aan de wenselijkheid «aangepast». En dat gebeurt nu ook weer. Op de foto hiernaast lijken Poetin (167 cm) en Medvedev (166 cm) ongeveer even groot als Ivanov (181 cm) - na een bewerking met Photoshop.
Voor de trivia: de Franse keizer Napoleon Bonaparte (1769-1821) was ook 170 cm groot, maar daarmee was hij wel groter dan de gemiddelde Fransman van zijn tijd. Het fabeltje dat hij klein was werd in stand gehouden door de Engelsen, die beweerd hadden dat hij maar 157 cm groot was. Die bewering was gebaseerd op een rekenfout bij het omzetten van de maten volgens het British Imperial System naar het metriek stelsel, maar toen de Engelsen de fout ontdekten hebben ze dat bewust nooit bekendgemaakt om zo de mythe in stand te houden. |
Autotoritaire en autocratische leiders
Autoritarisme is een politiek systeem dat wordt gekenmerkt door de afwijzing van politieke pluraliteit, het gebruik van een sterke centrale macht om de politieke status quo te behouden, en het beperken van inspraak van de burgers, van de scheiding der machten, van burgerlijke vrijheden en van de rechtsstaat.
Autoritaire regimes kunnen autocratisch (absolute macht bij één persoon) of oligarchisch (de macht ligt bij een klein aantal mensen) zijn.
Ondanks het feit dat Vladimir Poetin omringd is door een netwerk van mensen, mag hij zeker als autocratisch bestempeld worden. Zijn entourage bestaat immers, misschien met uitzondering van Joeri Valentinovitsj Kovaltsjoek, uit individuen die er alleen om bekommerd zijn om in de gunst blijven van de president door zijn uitgesproken of vermeende wensen zo secuur mogelijk te realiseren. U kan meer lezen over de entourage van Poetin door op de pijl hieronder te klikken.
Een autoritaire leider heeft weinig respect voor regels, en past bestaande regels alleen maar toe wanneer hem dat goed uitkomt. Niet zelden slaagt een autoritaire leider erin om de regels in zijn voordeel te laten wijzigen. Toen Poetin, na zijn tweede ambtstermijn als president volgens de grondwet geen derde keer president kon worden, schoof hij Dmitri Medvedev naar voren als zijn opvolger. Medvedev benoemde dan weer op zijn beurt Poetin tot eerste minister, een functie die Poetin vervolgens vier jaar bekleedde. In 2012 kon hij zich zo weer verkiesbaar stellen voor het presidentschap, waarvan hij ondertussen de wettelijke ambtstermijn had laten verlengen naar zes jaar. Hij won de presidentsverkiezingen en wisselde opnieuw van rol met zijn politieke vriend Medvedev. Tijdens zijn volgende ambtstermijn liet hij de grondwet nogmaals veranderen om de termijnbeperkingen voor het presidentschap gewoon op te heffen. In de praktijk werd hij daardoor president voor het leven.
The Authoritarians (Men behaving badly)
Simon Tisdall (The Guardian)
Maar het beperkt zich niet tot het aampassen van de regels in functie van het eigen voordeel. Een autocratische leider als Poetin verwacht dat zijn beslissingen zonder meer worden opgevolgd, ook als de wetgeving dat verbiedt en het als een misdaad beschouwt. Hij is, met andere woorden, in staat om misdrijven te plegen waarvoor gewone burgers zouden veroordeeld en bestraft worden. Op dat vlak heeft Poetin een indrukwekkende erelijst. Zo won hij zijn eerste verkiezingen in maart 2000 in de nasleep van een reeks terroristische bomaanslagen op appartementsgebouwen in Boejnaksk, Moskou en Volgodonsk, waarbij in totaal 307 doden en meer dan 1.700 gewonden vielen. Dank zij enkele domme fouten van de daders van de aanslagen en een nogal knullige communicatie van FSB-chef Nikolaj Patroesjev, een oude scholmakker van Poetin, kon het onderzoek uitwijzen dat de aanslagen waren uitgevoerd door de FSB zelf. Poetin legde de schuld bij Tsjetsjeense terroristen in de verwachting dat de bevolking daardoor op een «sterke man» zou stemmen, en dat werkte. Poetin werd president met 53 % van de stemmen.
Bij de verkiezingen voor zijn derde ambtstermijn in 2012 werd er dan weer massaal gefraudeerd. Enkele uren voordat de stemkantoren dicht gingen, had de onafhankelijke waarnemersgroep Golos al meer dan 2.000 meldingen over overtredingen uit het hele land ontvangen. Bij oudere mensen en bij mensen met een beperking kwamen functionarissen aan huis. Zij brachten zelf de stem op het biljet uit terwijl de stemgerechtigde toekeek. Bij het tellen van de stembiljetten werden op veel plaatsen méér stemmen geteld dan er geregistreerde aantal kiezers waren. Dat was het gevolg van het feit dat aanhangers van Poetin in busjes langs meerdere stembureaus werden rondgereden om op hem te kunnen stemmen, en dat plaatselijke verantwoordelijken van stembureaus extra stembiljetten in de bussen deponeerden. Dat werd in het hele land vastgesteld op honderden videobeelden. Er zijn zelfs beelden van mensen die hun stembiljet moesten tonen vóór ze het in de stembus deponeerden en, wanneer ze niet voor Poetin of zijn partij hadden gestemd, daarvoor ten gehore van alle aanwezigheden daarop aangesproken werden door de lokale verantwoordelijken: «Bent u niet beschaamd?», «Laat uw geweten dat toe?», «Vindt u dat normaal?». Ambtenaren en leerkrachten kregen 200 stembiljetten mee naar huis om ze op voorhand in te vullen met de «juiste» stem. Wie aarzelde om dat te doen werd «gemotiveerd» met een «aanmoedigingspremie» die tot 2.000 dollar kon bedragen.
Het was moeilijk om een voorbeeld te kiezen uit de honderden beelden die werden gemaakt die dag. Ik opteerde voor 20 seconden in het leven van stembureau nr. 462 in de stad Astrachan op 4 maart 2012. Het is typerend omdat de 13 aanwezigen zich samen en openlijk schuldig maakten aan een overtreding van artikel 142.1 van het Russische Wetboek van Strafrecht, «Vervalsing van stemresultaten». De instructies luidden dat de overwinning van Poetin overweldigend moest zijn, en dus werden stemmen voor de kandidaten Zjoeganov en Prochorov overgeheveld naar de stapel met de stemmen voor Poetin.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis en pathologisch narcisme
Een meer uitgebreide benadering van Poetins persoonlijkheid ontlenen we aan de bevindingen van Dr. Frederick M. Burkle Jr. van het Woodrow Wilson International Center for Scholars in Washington DC, USA. Burkle is een wereldwijd bekend en grespecteerd onderzoeker van onder meer het effect van autocratisch leiderschap op de mensheid. Op 12 oktober 2015 publiceerde hij een baanbrekend artikel bij de Cambridge University Press over «Antisociale persoonlijkheidsstoornis en pathologisch narcisme in langdurige conflicten en oorlogen van de 21ste eeuw». Het werd het meest gelezen artikel op Research Gate in 2016. Op 15 januari 2019 diepte hij dat verder uit toen hij zijn bevindingen publiceerde over «Karakterstoornissen onder autocratische wereldleiders en de impact op de gezondheidszekerheid, mensenrechten en humanitaire zorg».
Frederick M. Burkle Jr.
Hij waarschuwde er toen voor dat «politieke leiders met narcistische en antisociale karakterstoornissen een belangrijke bron aan het worden zijn van de problemen van de mensheid».
Tientallen jaren van onderzoek in de organisatiepsychologie tonen aan dat autocratische en autoritaire leiderszelf alle belangrijke beslissingen nemen. Ze zijn daarbij zeer taakgericht en minder tot helemaal niet geïnteresseerd in het algemeen welzijn van hun volk - al verkondigen ze vaak in hun propaganda dat hun daden in het welzijn van de natie worden ondernomen.
Een ander veelzeggend teken is dat ze afstand bewaren tot anderen - onder meer door middel van straffen en bedreigingen. Maar ook vaak gewoon fysiek. Hitler verschuilde zich in zijn bunker, Stalin woonde in het Kremlin in een voor de buitenwereld afgesloten paradijs met vier meter dikke muren voor de gezinnen van de leiders. Zij woonden hier gedurende grote delen van het jaar met hun kinderen, als één grote familie, in ruime appartementen, in alle luxe en in groot contrast met het trieste lot van het volk. Poetin is tijdens zijn regeerperiode een paar keer voor enkele weken «verdwenen» zonder dat de buitenwereld wist waar hij was. En wanneer hij anderen ontmoet creëert hij een uitzonderlijk grote fysieke afstand. De foto die toonde hoever Poetin de Franse president Emmanuel Macron op een afstand hield is iconisch geworden.
Poetin met Macron
Donkere persoonlijkheidstrekken
De door autoritaire leiders gedeelde karaktertrekken komen voort uit een cognitieve en emotionele ontwikkelingsachterstand in zowel de kindertijd als de adolescentie, resulterend in vaste, concrete denkpatronen die levenslang gehandhaafd blijven. Ze slagen er niet in de laatste fase van mentale en emotionele ontwikkeling te bereiken - de fase van het abstract denken, die noodzakelijk is voor kritisch redeneren -, waardoor mensen de bredere betekenis van ideeën en informatie kunnen overwegen in plaats van alleen te vertrouwen op concrete details en impulsen.
Een voorbeeld van dat laatste is het feit dat, toen Volodomir Zelenski in Oekraïne met 73 % van de stemmen tot president werd verkozen, enkele extreemrechtse kandidaten 2 % van de stemmen haalden - veel minder dan in heel wat andere Europese landen, en een detail in het grote geheel. Maar Poetin kaderde het in zijn vaste, concrete denkpatronen, begon er méér waarde aan te hechten dan wat uit de feiten bleek, en verantwoordde zijn inval in Oekraïne door hardnekkig te wijzen op het vermeende nazistische karakter van de Oekraïense staat. Hij creëerde het beeld van «neo-nazi’s, die zich in Kyiv hadden gevestigd en het hele Oekraïense volk gijzelden» en besloot dat het zijn taak was om het land te «denazificeren». In haast elke toespraak die hij houdt komt die idee aan bod. Daarbij vergat hij gemakshalve dat de Oekraïense president Volodomir Zelenski zelf een Jood is.
Poetin was overigens, op het moment van de grootschalige inval in Oekraïne in februari 2022, nog zelf de financier van de extreemrechtse Wagner groep die het vuile werk voor de Russische belangen opknapte in onder meer de Krim en Donbas in Oekraïne, maar ook in Syrië, Libië, Soedan, Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
De autocratische leiders hebben een beperkt vermogen tot empathie, liefde, schuldgevoel of angst, die een permanent karakter krijgen en de dagelijkse besluitvorming sturen. Ze zijn minder inschikkelijk wat betreft vertrouwen en altruïsme en minder emotioneel stabiel in vergelijking met minder autocratische leiders. Ze scoren ook hoger op antisociale donkere persoonlijkheidstrekken zoals narcisme (grootheidswaanzin, superioriteit en arrogantie), psychopathie (lage empathie, agressie en impulsiviteit) en machiavellisme (manipulatie en misleiding).
Vanuit dit perspectief bekeken, leiden veel tekenen tot de conclusie dat Poetin zorgwekkende antisociale neigingen heeft. Hij doet ook geen moeite om dat te verbergen - het is soms zelfs zeer goed zichtbaar in zijn gedrag tegenover politieke rivalen en internationale leiders. Een voorbeeld daarvan is dat hij, toen hij de Duitse bondskanselier Angela Merkel voor het eerst ontmoette, opzettelijk zijn zwarte labrador Konni had meegebracht naar de fotoshoot van de bijeenkomst, ondanks - of misschien wel omdat - hij wist dat zij bang was voor honden. In haar memoires schreef Merkel: «Ik probeerde de hond te negeren, ook al cirkelde hij naast en rond mij. Aan de gezichtsuitdrukkingen van Poetin kon ik merken dat hij van de situatie genoot».
Poetin met Merkel (en hond)
Dubbelgangers
Eén van de vaak voorkomende kenmerken van autocratische leiders is hun paranoïa. Terwijl ze door hun monsterscores bij verkiezingen vaak de illusie koesteren dat ze bijzonder populair zijn, beseffen ze tegelijk dat hun omgeving deze scores zelf heeft gefabriceerd, en dat er wellicht groepen of enkelingen aan het nadenken zijn over hoe ze hen van het politieke toneel kunnen doen verdwijnen. Er is een verhaal over een foto van Jozef Stalin dat mensen in de voormalige Sovjet-Unie aan elkaar vertelden over Stalin die zijn zoon een les in despotisme geeft. «Denk je dat ik Stalin ben?», vraagt hij. «Je hebt het mis! Dàt daar is Stalin». En hij wees naar een portret van zichzelf dat aan de muur hing - dezelfde foto die ook in bijna elk huishouden in de Sovjet-Unie aan de muur hing. Daarmee verwees hij meteen ook, misschien ongewild, naar het feit dat veel mensen aangetrokken en overtuigd kunnen worden door een goed uitgedokterd beeld, waarvoor ze een irreële, zelfs beate bewondering opbrengen. Bewondering voor een beeld, want ze kennen de persoon immers helemaal niet. En hij verwees ook niet alleen naar zijn imago dat door zijn propaganda werd gecreëerd en onderhouden, maar ook naar de echte levende personen die in zijn plaats het beeld moesten ophouden wanneer hij een mogelijk mikpunt zou kunnen zijn van moordaanslagen, voornamelijk in de auto bij het binnen- en buitenrijden van het Kremlin, op massa-bijeenkomsten, of wanneer niemand mag zien dat de leider problemen heeft met zijn gezondheid. In mijn jongere jaren werd de idee van dubbelgangers van autocratische leiders weggelachen als een samenzweringstheorie - als voer voor de sensatiepers. Maar sinds Poetin in 2008 aan Feliks Gadzjevitsj Dadajev (°1924) toestemming gaf om zijn opmerkelijke verhaal uit de Stalinperiode openbaar te maken weten we beter. Dadajev maakte bekend dat hij één van de vier dubbelgangers was die Jozef Stalin op het hoogtepunt van zijn macht gebruikte. Dadajev werd in 1923 geboren in Dagestan, een republiek grenzend aan Georgië, waar Stalin vandaan kwam. Tijdens gevechten in Grozny in 1942 raakte hij ernstig gewond, zelfs zo ernstig dat hij als lijk naar het ziekenhuis werd gebracht en zijn familie te horen kreeg dat hij gesneuveld. was. Maar toen later bleek dat hij het had overleefd, beseften de autoriteiten kennelijk dat dit een unieke kans was. Hij leek immers zeer goed op Stalin, ook al was hij veertig jaar jonger, en hij werd vanaf dan voltijds dubbelganger. Maar lijken op Stalin volstond niet. De jongeman heeft maandenlang moeten werken aan het perfectioneren van het typische Georgische accent en de intonatie van de leider, en ook aan de manier waarop hij zijn lichaam bewoog. De praktijk is de laatste jaren weer in het nieuws gekomen, met speculaties dat Vladimir Poetin ook dubbelgangers in dienst zou hebben die bij gezondheidsproblemen zijn plaats kunnen innemen. Volgens Kirill Oleksijovytsj Boedanov, chef van het Inlichtingendirectoraat van het Ministerie van Defensie van Oekraïne, heeft Poetin minstens drie dubbelgangers. Maar Viktor Mikolajovitsj Jagoen, voorheen generaal-majoor van de Oekraïensene Veiligheidsdienst SBOe, is er maar één dubbelganger. «Je kunt namelijk maar één persoon trainen die op jou lijkt, niet meer». Zijn naam is echter niet bekend, en we zullen hem pas kennen over zo’n jaar of vijftig, wanneer de archieven vrijkomen. |